Toen de oorlog uitbrak was ik vijf jaar. In 1943 moesten we met de hele familie onderduiken, omdat mijn vader Joods was. Ik wil eigenlijk niet aan die periode herinnerd worden. Het is te pijnlijk.
Voor de oorlog woonde ik in Nederlands-Indië. Ik bewaar daar zeer warme herinneringen aan. In 1939 verhuisden we met het hele gezin naar Den Haag. Toen de oorlog uitbrak was ik vijf jaar. Ik vond het hier koud en kil en miste de warmte van de tropen. Mijn tropische weelderige tuin veranderde in een koud kaalgeknipt park. Wat oorlog was, begreep ik niet. Oorlog is te groot voor een kinderziel. Bij luchtalarm ging ik gewoon enthousiast naar buiten omdat ik dan de ruimte had om vrijuit te spelen. Ik besefte totaal niet hoe gevaarlijk dit was.
In 1943 moesten we met de hele familie onderduiken, omdat mijn vader Joods was. Ik wil eigenlijk niet aan die periode herinnerd worden. Het is te pijnlijk.
De Haagse dierentuin, waar Helga met haar vriendinnetje naar toe ging om jodensterren te halen.
Ik herinner me nog goed dat ik met mijn vriendinnetje Dora in de Haagse dierentuin Jodensterren moest ophalen. Ik vond dat wel een leuk uitje, want de beer zat nog in de dierentuin en eigenlijk vond ik de ster heel mooi. Het was een mooie versiering op mijn saaie kleren. Toen ik enthousiast thuis kwam, kreeg ik voor het eerst van mijn leven een klap van mijn vader. Ik was toen zeven jaar en snapte er niets van.
De bevrijding was fantastisch. Ik kreeg sigaretten van de Amerikaanse soldaten en bleef dagen lang feest vieren.