Logo One Planet

Dirk Bruggeman

Ik was dertien jaar toen de oorlog uitbrak. Mijn ouders waren al ver voor de oorlog overtuigd lid van de N.S.B. Jan en ik waren  bij de Jeugdstorm.

Ik was dertien jaar toen de oorlog uitbrak. Samen met mijn ouders, mijn grote broer  Jan en de vier kleinere kinderen woonde ik in Voorschoten. Mijn ouders waren al ver voor de oorlog overtuigd lid van de N.S.B. Jan en ik waren  bij de Jeugdstorm.
Vaantje met het embleem van de Jeudstorm
In de zomer van 1940 ging ik zes weken naar een vakantiekamp in Oostenrijk. Dat kamp was voor Nederlandse kinderen door de Duitsers georganiseerd. Ik schreef een brief naar mijn ouders, maar durfde niet te vertellen dat ik heimwee had. Over dingen als gevoel, twijfel en angst werd thuis niet gepraat.
Briefkaart van Dirk Bruggeman aan zijn ouders
Deze briefkaart stuurde Dirk aan zijn ouders vanuit een weerbaarheidskamp in Duitsland.

In september 1940 ging ik naar de Duitse school in Den Haag. Eerst voelde ik me er niet zo thuis, maar na een tijdje wende dat. In die tijd werd ik lid van de Hitlerjugend. In uniform op weg naar onze ‘dienst’ merkte ik dat de mensen zich op afstand hielden. Een keer voelde ik me echt bedreigd, toen ik in uniform langs een groepje jongeren moest fietsen.

Later verhuisden wij naar Arnhem. Daar was ook een Duitse school en ook een afdeling van de Hitlerjugend. Wij werden wel geïndoctrineerd. Op school hadden we leesboeken met spannende verhalen over dappere soldaten.
Bij de Hitlerjugend werden veel stoere liederen gezongen. Een erg bekend lied was 'Unsre Fanhe flattert uns voran'
Er werd veel gezongen, zoals "Unsre Fahne flattert uns voran" en  "Nur gegen England, noch mit hurra, dann ist alles vorbei". Met klasgenootjes pasten we de tekst aan  en zongen: "Nur gegen England, Russland und USA…"

Mijn vader kreeg in 1943 een baan aan de Technische Hogeschool in Hannover en ging daar ook wonen. Later dat jaar verhuisde mijn moeder ook naar Hannover. Ik bleef in Arnhem. De kleine kinderen bleven  bij oma in Breda. In april 1944 bracht ik een bezoek aan mijn ouders. Op het station in Hamm maakte ik toen een vreselijk bombardement mee. Ik was doodsbang. Een meisje riep: “Mein Gott, wir sind doch deine Kindern?” Dat maakte grote indruk.
Begin september haalde mijn moeder de kinderen uit Breda. In Hannover maakten wij geen hongerwinter mee, maar wel een ‘bommenwinter’.